Er is zo’n 4 TWh aan projecten uitgevoerd sinds december 2021. Tegelijk worden afgesproken ambities niet snel genoeg concreet omgezet in duurzame energieprojecten. Belemmeringen in de uitvoering zijn onder meer netcongestie, bestuurlijke wisselingen in de regio, schaarste aan personeel en materialen, maatschappelijke zorgen en weerstand bij omwonenden en juridische belemmeringen. Dat vraagt alle hens aan dek van alle betrokkenen die samenwerken aan de uitvoering en aan oplossingen. Ook het bestuurlijk elkaar aanspreken op de gemaakte afspraken in de RES hoort daarbij.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceerde vandaag – een jaar na de vorige Monitor - de Monitor RES 2022. Volgens PBL en gesprekken met de regio’s blijft het haalbaar om 35 TWh grootschalig duurzame energie op land op te wekken in 2030. Mits we allemaal – van overheden, netbeheerders tot maatschappelijke partijen, ondernemers en energiecoöperaties - de schouders eronder blijven zetten. De Europese en ook Nederlandse doelen voor het verminderen van CO2-uitstoot zijn inmiddels verhoogd. Ook is er een snel toenemende vraag naar elektriciteit voor bijvoorbeeld koken, vervoer, warmte en duurzaam ondernemen. Het maakt dat duurzaam opgewekte energie, op zee én op land in de 30 regio’s, hard nodig is voor de energievoorziening in de nabije toekomst. Het is een noodzakelijke voorwaarde voor een goed economisch vestigingsklimaat en een aantrekkelijke woon- en leefomgeving.
Netcongestie en oplossingen
In veel regio’s is netcongestie - het bereiken van de maximale capaciteit van het elektriciteitsnet -een aanhoudend probleem geworden. Uitbreiding van de capaciteit van het energienet en innovatie in opslag en gebruik van elektriciteit is nodig. Er is het afgelopen jaar meer grootschalige opgewekte zonne-energie dan windenergie bijgekomen. Veel regio’s hebben grote ambities voor grootschalige opwek met zonnepanelen op daken. Meer balans in de hoeveelheid zonne- en windenergie is belangrijk om het energienet te ontlasten. Maar ook keuzes maken in prioriteiten en tijd is nodig: het gaat om een duurzaam energiesysteem dat is afgestemd op ontwikkelingen in onder andere de industrie, mobiliteit, woningbouw en opwek en omgekeerd. Regio’s werken daarnaast aan besparen en aan innovaties en oplossingen om het bestaande energienet efficiënter te gebruiken, zoals energiehubs. Daarbij komen lokaal vraag en aanbod bij elkaar.
Warmte
Warmtenetten zijn in de regio’s belangrijker geworden. Dit komt onder andere door de hoge energieprijzen, energiearmoede, netcongestie en de nieuwe Warmtewet. Veel regio’s hebben steeds meer inzicht in de gevolgen van elektrificatie in de gebouwde omgeving. Regio’s met warmtebronnen die de gemeentegrenzen overschrijden, verkennen collectieve oplossingen, zoals warmtenetten (op geothermie), aquathermie, restwarmte, zonthermie en andere bronnen.
Leefomgeving: energie als onderdeel van de puzzel
Naast energie hebben onder andere wonen, stikstof, industrie en natuur ruimte nodig. Het vraagt om een sterkere samenhang tussen de Regionale Energiestrategieën (RES’en) van de regio’s en de ruimtelijke puzzels die provincies leggen. Om het nationale doel van 35 TWh voor 2030 gerealiseerd te hebben, is het nodig dat in januari 2025 de vergunningen voor projecten zijn verleend. Dit vraagt om vastgesteld ruimtelijk beleid eind 2023, begin 2024. Die beleidsmatige kaders zijn nu nog beperkt vastgesteld. Er is op diverse plekken zorg over het op tijd kunnen
verlenen van vergunningen. Dit komt omdat ambities voor wind- en zonne-energie nog niet concreet genoeg zijn, maar ook door onder andere schaarste in mensen en middelen, netcongestie, wettelijke belemmeringen en langlopende procedures.
Maatschappelijke betrokkenheid
Inwonersparticipatie is steeds intensiever naarmate de wind en zonprojecten concreter worden. Er zijn maatschappelijk verschillende bewegingen gaande. Door de oorlog in Oekraïne en hoge energieprijzen lijken inwoners relatief positief tegenover klimaatmaatregelen te staan. Tegelijkertijd zijn er zorgen die leiden tot goed georganiseerde tegenstand tegen zon- en windprojecten. Op diverse plekken zijn of worden burgerfora of burgerberaden georganiseerd, zoals in Noord-Brabant en Gelderland. Alle regio’s streven naar vijftig procent lokaal eigendom. Veel – maar nog niet alle - regio’s werken aan beleid daarvoor. Er is meer kennis nodig bij bestuurders over dit onderwerp om goede gesprekspartner te zijn voor ontwikkelaars.
Interbestuurlijk samenwerken
De bestuurlijke RES-context is veranderd: er is sterkere regie van het Rijk en provincies en er zijn nieuwe gemeenteraden en colleges. Dit leidt in sommige regio’s tot schuivende verhoudingen en soms tot spanningen. In alle regio’s staat de regionale samenwerking overeind, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Sommige regio’s gaan van vooral lokaal naar meer regionale samenwerking, of juist van regionale samenwerking naar lokale uitvoering. De open en gelijkwaardige samenwerking in de regio’s leverde al veel op en is de komende maanden cruciaal om de belemmeringen voortvarend met elkaar op te pakken.
Om de RES’en 1.0 gerealiseerd te krijgen in 2030 is het van het grootste belang dat regio’s de komende maanden de eigen democratisch vastgestelde RES-doelen in samenspraak met de omgeving in ruimtelijk en energiebeleid vastleggen en realiseren.
Kijk hier voor meer informatie.